Stellingen over materialistische theologie – IV. Mystiek, zingeving en spiritualiteit

Om de materiële oorzaken van de spirituele en mystieke ervaring te begrijpen, moeten we wat meer leren over de zogenaamde neuro-theologie, de wetenschap die de neurologische basis van religieuze ervaringen onderzoekt.

We moeten ons er steeds van bewust zijn dat deze ervaringen ontsaan als het gevolg van (materiële) oorzaken en omstandigheden:

  • omgeving

  • lichaam

  • praxis

  • oefening en ervaring

  • kennis van mystieke en spirituele tradities

[

Neurotheologisch onderzoek ontdekte dat intens geconcentreerde meditatie / contemplatie een verandering teweeg brengt in de hersenen, waardoor mensen geneigd worden om transcendente religieuze ervaringen te zien als tastbare werkelijkheid. Deze staat van bewustzijn wordt door mystici uit alle tradities beschreven als “éénheid met het hele universum”.

Het deel van onze hersenen waarmee we ons orienteren in de ruimte heeft zintuiglijke input nodig om zijn werk te kunnen doen. Wanneer die zintuiglijke input tijdens intense meditatie / contemplatie geblokkeerd wordt, dan kan het brein op den duur geen normaal onderscheid meer maken tussen zelf en niet-zelf. Zonder informatie vanuit de zintuigen kan het oriënterend gedeelte in de linker hersenhelft geen grens meer bepalen tussen het zelf en de wereld. De hersenen kunnen dan ook niets anders dan het zelf als eindeloos ervaren, intiem verbonden met alles wat bestaat. In de rechter hersenhelft valt het oriënterend gedeelte bij gebrek aan zintuiglijke input terug op de default instelling: het gevoel van een oneindige ruimte. De mensen die dit ervaren, hebben het gevoel dat ze de oneindigheid aanraken.

[

Hoewel de oorzaak van een mystieke / spirituele ervaring steeds (in laatste instantie) materieel is, wijst de ervaring zelf steeds verder dan het materiële, zintuiglijke.

Het goddelijke “laat zich kennen” of “openbaart zich” doorheen deze ervaring. Maar een materialistische theologie moet zich steeds bewust blijven van de materiële, aardse oorzaken van de ervaring.

[

We zeggen dat het goddelijke zich aan ons openbaart, dat het zich aan ons laat kennen. De grond van deze ervaring is echter de structuur van onze hersenen, die exact geschikt is om dit soort ervaringen voort te brengen.

We zouden kunnen zeggen dat onze fitra een nauwkeurig afgestemde antenne is die is ingesteld om het “goddelijke signaal” te ontvangen.

[

Ook al zou er geen zender zijn, ook al zou er geen ultieme goddelijkheid bestaan die zich in de mystieke ervaring aan ons openbaart, dan nog kunnen wij niets anders dan het signaal ontvangen, het interpreteren en er zingeving uit te putten.

[

Iedere god is ook een zingever, iets of iemand die het leven van haar/zijn aanbidders een zin, een gevoel/vermoeden/illusie/besef van zinvolheid geeft.

Ook het verlangen naar een zin in dit leven is een aangeboren menselijke eigenschap die diep in ons allen ingebakken zit.

[

Er bestaan verschillende materiële wortels voor het aangeboren verlangen naar zingeving.

Eerst en vooral zijn wij mensen steeds doelmatige doeners. We zijn voortdurend aan het handelen, onze omgeving aan het transformeren. En we hebben daarbij meestal een doel voor ogen. We handelen om onze wereld beter te maken. Juist doordat wij zelf als mensen steeds op die manier handelen met een achterliggende bedoeling om de wereld beter te maken, verlangen we ook om een gelijkaardige bedoeling achter het geheel van de schepping te vinden.

Dit verklaart echter alleen hoe het komt dat we een zin achter de wereld op zich vermoeden. Ons verlangen gaat echter veel dieper dan dat. We willen een zin achter ons eigen, individueel bestaan ontdekken. We willen begrijpen waarom wij ons precies op deze plaats in het geheel bevinden. We willen onze persoonlijke rol in deze wereld begrijpen en we willen voelen dat die rol positief is.

[

De zin van ons bestaan, het gevoel / besef dat ons pesoonlijk bestaan zinvol is, heeft veel weg van het gevoel / besef / vermoeden dat we belangrijk / waardevol / gewaardeerd / geliefd / … zijn.

Ook dat verlangen heeft diepe materiële wortels. Voor prehistorische jagers-verzamelaars, was het van levensbelang om door de stam aanvaard te worden. Wanneer een individu door de stam uitgestoten werd, dan betekende dat voor die persoon vaak het definitieve einde. Alleen in groep was het mogelijk om in die woeste wereld te overleven. Onze gevoeligheid voor de mate waarin we gewaardeerd / geliefd / belangrijk geacht / … worden, is uit deze levensnoodzaak ontstaan.

Net zoals we willen dat de mensen uit onze omgeving ons waarderen / liefhebben / belangrijk vinden / … zo verlangen we dat ook van de hele kosmos en van onze goden.

[

We kunnen dus zeggen dat ons verlangen naar zingeving twee materiële psychologische oorzaken heeft : onze neiging om overal een bedoeling achter te zoeken (omdat we zelf doelmatige doeners zijn) en ons verlangen om geliefd / gewaardeerd / … te worden.

[

We zijn geneigd om onze goden als zingevers te zien (om ons velrangen naar zingeving te projecteren op onze goden).

Onze goden worden geacht een diepere bedoeling te hebben met deze schepping. Wij kunnen meewerken aan dit doel door de juiste instelling en de juiste praxis (doen wat de goden bedoeld hebben).

Tegelijk geloven we dat onze goden ons al dan niet liefhebben / waarderen / … op een “betere” manier dan de mensen om ons heen dat ooit zouden kunnen.

[

Als materialisten moeten we ons afvragen in hoeverre deze projectie ook echt op een materiële basis rust. Dat betekent in de eerste plaats dat we ons moeten afvragen of deze of die religieuze praxis inderdaad leidt tot het gewenste resultaat (het voorgewende doel).

Symbolisch kunnen we deze vraag herformuleren als “Wat is de echte bedoeling van deze of die god?”

[

Er bestaan vormen van religie die het menselijke verlangen naar zingeving perfect lijken te bevredigen, maar die ondertussen deze of andere mensen vernietigen.

Dat soort religie is niet anders dan de hard-drugs die soldaten moeten nemen om op het slagveld hun empathische menselijk natuur efficiënt te onderdrukken.

[

Er bestaan ook vormen van religie met positieve effecten voor de aanbidders en hun omgeving, maar met weinig aandacht voor zingeving. Hoewel deze religies misschien wel heilzaam zouden kunnen zijn voor de aanhangers, lopen de meeste mensen ervan weg.

[

We zouden kunnen zeggen dat de mensen hard wired zijn om het goddelijke te ontmoeten tijdens een mystieke ervaring en dat ze tegelijk op zoek zijn naar een bron van zingeving in hun leven. Spiritualiteit is de praxis die deze director mystieke ervaring van het goddelijke verbindt met de zingeving die dit goddelijke te bieden heeft.

[

Er bestaan vormen van spirituele praxis die gebaseerd zijn op heel complexe rituelen en op moeilijk te vatten esoterische inzichten, maar er bestaan ook vormen van spirituele praxis die heel eenvoudig zijn. De spiritualiteit van het dagelijks leven, de kunst om het dagelijks leven tot een bron van zingeving te maken door in iedere handeling, hoe banaal ook, te proberen het goddelijke te ontmoeten, is een vorm van spiritualiteit die voor de meeste mensen toegankelijk is.

[

Ook hier zijn we er ons pijnlijk van bewust dat het dagelijks leven van miljoenen mensen op deze planeet een dagelijkse strijd is om te overleven. De spontane spiritualiteit van het dagelijks leven kan bij deze mensen dan ook geen andere vorm aannemen dan een spiritualiteit van de dagelijkse strijd om te overleven.

Een materialistisch inzicht in de oorzaken en de omstandigheden waaruit de ellende van deze mensen ontstaat, kan deze spiritualiteit van de dagelijkse strijd om te overleven op een hoger niveau tillen door deze te transformeren tot een spiritualiteit van de collectieve strijd voor bevrijding.