Stierf Jezus (vzmh) als martelaar?

Werd de profeet Jezus (vzmh) vermoord door
de Romeinse Imperialistische Staat?

Veel Moslims geloven dat de Koran onthult hoe de profeet Jezus (vrede zij met hem) niet door de Romeinse Staat en de collaborerende Joodse heersende klasse werd vermoord, maar op het laatste moment werd vervangen door een ander, die in zijn plaats aan het kruis is gestorven. Is dit echt wat Moslims moeten geloven? Klopt het wel dat dit zo in de Koran staat?

Wanneer Moslims die vraag voorgeschoteld krijgen, dan verwijzen ze meestal naar een paar ayaat uit Soerah An Nisaa (4:157-158). Deze ayaat zijn een deel van een lijst van beschuldigingen aan het adres van de “Mensen van het Boek”, een verzamelnaam voor de Joden, de Christenen, de Zoroastritsche Magiërs, de Manicheeërs… Deze Mensen van het Boek worden beschouwd als mensen die reeds op de hoogte zijn van een openbaring van God, doorheen het optreden van één van Haar boodschappers. Sommigen van hen zijn op het goede pad en mogen, net als de Moslims die de profeet Mohammed (vrede zij met hem) volgen, vertrouwen op Gods Barmhartigheid. Anderen zijn op het verkeerde pad geraakt. In de Koran worden een aantal misdaden opgesomd waar dat deel van de Mensen van het Boek zich schuldig aan hebben gemaakt.

Laat ons om te beginnen die ayaat bestuderen die veel Moslims dus interpreteren als ondersteuning voor het verhaal dat Jezus niet gestorven is aan het kruis, maar dat iemand in zijn plaats de kruisdood stierf.

وقولهم

Ze zeggen

إنا قتلنا المسيح

Voorwaar, wij hebben de messias gedood

عيسى ابن مريم

Jezus, de zoon van Maria,

رسول الله

Boodschapper van God

وما قتلوه

Maar ze hebben hem niet gedood

وما صلبوه

En ze hebben hem niet vastgezet

ولكن شبه لهم

Maar het leek zo voor hen

وإن الذين اختلفوا فيه

En voorwaar, zij die erover (van mening) verschillen

لفي شك منه

Twijfelen er zeker over

ما لهم به من علم

Er is bij hen geen kennis daarover

إلا اتباع الظن

Behalve de vermoedens die ze volgen

وما قتلوه يقينا

En ze doodden hem niet, dat staat vast.

بل رفعه الله إليه

Nee, hij werd door God tot bij Hem verhoogd.

وكان الله عزيزا حكيما

En God is Machtig en Wijs

(4:157-158)

Laten we deze ayah eens van dichterbij bekijken en proberen te achterhalen wat er precies staat en wat daar waarschijnlijk mee bedoeld wordt.

Wij hebben de messias gedood

Het begin van deze ayah vertelt hoe de moordenaars van Jezus stoer stoeften over het feit dat zij Jezus gedood hadden. “Wij hebben de messias gedood, Jezus, de zoon van Maria, boodschapper van God.”

Daar spreken ook de evangelies over. Boven het kruis waar ze Jezus op vermoordden, hadden de heersers een plakaat gehangen met het spottende opschrift “Jezus van Nazareth, Koning van de Joden”. Hij werd bespot en beledigd.

De Seduqim (Sadduceeën), de heersende klasse van de Joodse bevolking, die haar macht over de tempel in Jeruzalem gebruikte om de rest van het volk uit te buiten en te onderdrukken, waren maar wat blij dat ze die oproerkraaier hadden klein gekregen. Wat had hij dan ook gedacht? Die schooier uit het onderontwikkelde nazareth in de achterlijke provincie Gallilea? Dat hij de nieuwe messias was? Dat hij de nieuwe koning van de Joden was? Hij was een bastaardzoon uit een vergeten uithoek van het land. Hij werd genoemd naar zijn moeder, want zijn vader was onbekend. Zou zo iemand de nieuwe Koning van de Joden zijn? Hij was een oproerkraaier, een onrustzaaier, die de boel kwam verstoren.

De Seduqim en de Romeinse bezetters hadden Jezus niet alleen gevangen genomen. Ze waren er ook in geslaagd om een groot deel van de bevolking van Jeruzalem tegen hem op te zetten. Niet lang daarvoor stonden hem nog massa’s mensen toe te juichen toen hij, gezeten op een ezel, triomfantelijk de stad binnenreed. Iedereen vond het toen een sterk statement dat hij op die manier spotte met de bombastische triomftochten van de Romeinse bezetter. De mensen konden zijn boodschap van geweldloos verzet en vredelievende opstandigheid tegen de gewelddadige bezetter toen wel waarderen. Nadat ze echter gezien hadden hoe de Romeinse militairen samen met de collaborerende Seduqim bruut geweld gebruikten tegen deze opstandige schooiers uit Gallilea, waren ze bang geworden. Nu werden ze liever gezien terwijl ze het geweld van de heersers toejuichten en als een bange massa samen de rebellen bespotten.

Het is moeilijk voor een Moslim, die een beetje de geschiedenis van de Islam kent, om niet meteen te denken aan de bevolking van de stad Kufa, die eerst allemaal de opstand van de Imam Hoessein toejuichten en beloofden om samen met hem tegen het leger van de kalief Yazid ten strijde te trekken, maar zich later allemaal in hun huizen opsloten en weigerden om Hoessein en zijn beweging daadwerkelijk te steunen. Ook zij waren eerst enthousiast geweest door de beweging voor bevrijding, door de opstand tegen de nieuwe heersers. Ook zij waren bang geworden nadat die heersers hun macht hadden laten zien tijdens een orgie van moordend geweld. Ook zij kozen daarna om niet langer hun hoofd boven het maaiveld uit te steken.

Telkens opnieuw zien we hier de functie van het geweld van de heersers. Wanneer de machthebbers moordend geweld gebruiken, dan is dit nooit om de hele bevolking uit te moorden, maar om het volk bang en gehoorzaam te maken. Het afschrikwekkend geweld van deze heersers was zo efficiënt dat zelfs de kameraden van Jezus, de mensen die al jarenlang met hem optrokken en van hem alles hadden geleerd, te bang waren om nog verder te werken aan de opstand. Toen de Romeinse machthebbers en hun collaborateurs de Seduqim er in geslaagd waren om Jezus gevangen te nemen, hadden ze de beweging van opstandelingen een enorm zware klap toegedeeld.

Dat was natuurlijk de reden dat ze zo stoer durfden stoefen dat zij de Messias hadden gedood. Wat hen betrof, was er gewoon een lastige opstandeling uit de weg geruimd. Hun machtspositie was weer veilig. Hun heerschappij werd weer minder bedreigd. Zij hadden liever dat de Joodse bevolking die vervelende Messias bleven verwachten in de verre toekomst. Zo lang dat namelijk een verre, vage toekomstbelofte bleef, hadden zij geen last van die Beloofde Bevrijder. En dat was, zo lieten zij de mensen geloven, maar het beste voor iedereen.

Maar ze hebben hem niet gedood.

In het volgende stukje van deze ayah staat echter dat zij, de Romeinse bezetters en de collaborerende Seduqim, hem niet gedood hebben. Het is op deze paar zinnen dat veel Moslims zich baseren om te beweren dat Jezus, de Messias, niet door de heersers werd vermoord. Het is dus interessant om dit stukje tekst woord voor woord te analyseren.

Het begint met de uitspraak “wa ma qutuluhu”, wat we kunnen vertalen als “En/Maar ze hebben hem niet gedood”. Dat lijkt nogal ondubbelzinnig te zijn. De heersers beweren dat ze hem gedood hebben, maar dat is niet zo. Punt.

Toch is het belangrijk om even langer bij deze woorden stil te staan. We vinden namelijk in de Koran op verschillende plaatsen dit soort statements over mensen die “op de Weg van God” gestorven zijn. Telkens zegt de Koran dat die mensen niet echt dood zijn. Ze leven nog. Maar op een manier die wij misschien niet meteen kunnen begrijpen.

We lezen bijvoorbeel in Soerah Al Baqarah:

ولا تقولوا لمن يقتل

En zeg niet over diegenen die gedood werden

في سبيل الله

op de Weg van God :

أموات

“Die zijn dood”

بل أحياء

Welnee, ze leven.

ولكن لا تشعرون

Maar jullie begrijpen dat niet.

(2:153)

In Soerah Al Imran lezen we:

ولا تحسبن الذين قتلوا

En denk niet over hen die gedood werden

في سبيل الله

op de Weg van God :

أمواتا

“Die zijn dood”

بل أحياء عند ربهم

Welnee, ze leven bij hun Heer

يرزقون

Die in hun onderhoud zal voorzien.

(3:169)

Volgens de Koran mogen we dus niet denken dat mensen die gedood werden terwijl ze op de Weg van God waren, ook echt dood zijn. Welnee, ze leven. Misschien kunnen wij dat niet helemaal begrijpen, maar de Koran stelt ons gerust. Ze leven en hun Heer zal hen in hun onderhoud voorzien.

Wat betekent dit? Wat moeten we daarvan maken? Dood is toch gewoon dood? Gelijk hoe goed iemand op Weg was om Gods Wil te doen op deze aarde, als ze daarbij gedood wordt, dan eindigen haar inspanningen toch gewoon daar?

Hier botsen we op het mysterie van het martelaarschap. Wat betekent het om een martelaar te zijn? Waarom lezen we in de Koran dat martelaars eigenlijk niet dood zijn? Wat is een martelaar eigenlijk?

Zowel ons Nederlandse woord “martelaar” (van het Griekse “μάρτυρος”,”martyros”) als het Arabische woord “شهيد“, “shahid” betekenen oorspronkelijk “getuige”. Een martelaar is iemand die getuigt van haar overtuiging, zelfs als dat haar leven kost. Het woord wordt gebruikt voor iemand die standvastig opkomt voor een zaak waar ze vast van overtuigd is, tegen alle mogelijke tegenstand in. Een martelaar beseft heel goed wat de mogelijke gevolgen hiervan kunnen zijn, maar blijft zich toch inzetten, tot de tegenstanders haar uiteindelijk doden. Dit heeft echter niet tot gevolg dat haar getuigenis ophoudt. Net doordat ze bleef volharden tot aan het bittere einde, krijgt haar getuigenis een kracht die er voordien nog niet was. Haar inzet en haar volharding worden een bron van inspiratie voor de mensen die achterblijven.

Dat is precies het mysterie van het martelaarschap. Ook al slagen de heersers erin om het lichaam van een rebel te doden, dat betekent niet dat ze die rebel het zwijgen hebben opgelegd. Haar boodschap blijft weerklinken in het getuigenis van alle kameraden die door haar martelaarschap geïnspireerd worden. Haar strijd leeft verder in hun strijd. Haar stem weerklinkt in alle liederen en gedichten, in alle toespraken en slogans die haar kameraden na de dood van haar lichaam aan haar wijden. Haar passie houdt niet op met bestaan, maar ademt onophoudelijk in de passie van de mensen die na haar komen.

Daarom zegt de Koran dat de martelaars, de mensen die vermoord werden omdat ze getuigen van Gods Weg naar Bevrijding, niet dood zijn. Zij leven verder. De God van de Bevrijding onderhoudt hen, geeft hen steeds weer nieuw leven in steeds weer nieuwe generaties die hun voorbeeld volgen.

Dat is volgens mij ook wat in de Koran bedoeld wordt wanneer er gezegd wordt dat de heersers Jezus niet gedood hebben. Ze hebben misschien zijn lichaam gevangen genomen, gefolterd en vermoord. Jezus, de Opstandige Profeet, het levende Woord van God, hebben ze nooit kunnen doden. Die leeft verder, zelfs nu tweeduizend jaar na die gruwelijke foltermoord.

En ze hebben hem niet vastgezet

De volgende woorden van de ayah over zijn martelaarschap, zijn van diezelfde strekking. Als we tenminste uitzoeken waar ieder woord precies vandaan komt en wat het betekende in de context van de Arabische maatschappij waar de Koran geopenbaard werd. We lezen “wama salabuhu”. Vaak wordt dit geïnterpreteerd als “En ze hebben hem niet gekruisigd”. Dit is volgens mij niet de best mogelijke interpretatie van die woorden.

De wortel صلب , (sad-lam-ba) komt op verschillende plaatsen voor in de Koran. De meeste woorden met die wortel, worden vertaald als “kruisigen”. Wanneer we echter zien hoe woorden met die wortel elders in het klassiek arabisch worden gebruikt, dan zien we dat ze meestal een betekenis suggereren die iets te maken heeft met vastzitten, hard zijn, stevig zijn, maar ook verhard zijn, verdord zijn. Over een stuk land dat hard en dor geworden is, nadat het jarenlang niet werd bewerkt, zeiden de Arabieren “انحا اصلاب” (inaha aslab). Er wordt bijvoorbeeld ook gesproken over “al sulbi” wanneer de stevige en harde ruggegraat wordt bedoeld.

Volgens mij wordt in de Koran precies dit woord gebruikt juist omdat het die verschillende betekenissen in zich draagt. Kruisigen is slechts één van die betekenissen, één die niet zo vaak werd gebruikt in het klassiek Arabisch. Verharden, verdorren, vastzetten… zijn allemaal betekenissen die evenzeer kunnen passen in deze zin. Als dat zo is, dan kunnen die woorden niet alleen “zij hebben hem niet gekruisigd” betekenen, maar eveneens iets als “de heersers mogen dan wel stoefen dat zij de Messias gedood hebben, maar hij is niet dood, hij werd niet vastgezet. Hij is niet verdord.” Zoals we hierboven al zagen, stelt de Koran dat mensen die vermoord werden op Gods Weg, eigenlijk niet dood zijn, maar verder leven op manieren die wij niet helemaal kunnen begrijpen. Wat vaststaat is dat de Messias, het Levende Woord van God, niet werd vastgezet, niet immobiel werd gemaakt, niet werd verdord. Zijn boodschap van opstand en verzet, van solidariteit en bevrijding hebben de heersers nooit klein gekregen.

Wil dit dan zeggen dat de Koran ondubbelzinnig stelt dat Jezus niet de kruisdood gestorven is? Zeker niet. Het is heel moeilijk om de oorspronkelijke bedoeling van deze ayaat vast te stellen. Misschien betekent het dat Jezus wel de lichamelijke dood gestorven is, aan het kruis, maar dat hij (zoals we hierboven al voorstelden) volgens de Koran op een mysterieuze manier verder leeft als martelaar. Misschien betekent het dat de Koran de hele kruisdood ontkent. Misschien betekent het ook nog wel iets anders.

Nog geen eeuw nadat de Koran was geopenbaard aan de Moslims die de profeet Mohammed volgden, was er een Syrische monnik, genaamd Johannes van Damascus, die commentaar leverde op deze moeilijk te interpreteren ayaat. Hoewel hij openlijk een felle tegenstander was van de Islam en de profeet Mohammed onomwonden een “valse profeet” noemde, bouwde hij gedurende zijn leven een aanzienlijke kennis op over die nieuwe religie. Ook hij was geïntrigeerd door deze vreemde formulering in de ayaat. Hij merkte echter op dat de tekst alleen maar stelt dat het niet de Joodse Mensen van het Boek waren die Jezus haden gekruisigd. Dat betekende helemaal niet dat de kruisiging helemaal niet zou hebben plaatsgevonden. Dat laatste stond er helemaal niet, het was alleen een idee dat in de verschillende tafsirscholen werd verkondigd. Hij merkte op dat de ayaat zelf, als ze letterlijk gelezen worden, niets anders stelden dan wat algemeen gedacht werd, namelijk dat Jezus aan het kruis was gestorven.

Als we de redenering van Johannes van Damascus volgen en er van uitgaan dat Jezus wel gekruisigd werd, maar niet door de Joodse Mensen van het Boek, dan botsen we meteen op een volgende vraag. Wie is er dan wel verantwoordelijk geweest voor die moord? Wie zijn dan wel de moordenaars geweest van de rebel Jezus?

Misschien is deze formulering wel een manier om er op te wijzen dat het niet “de Joden” waren die Jezus hebben vermoord. Het waren zelfs niet “de Joodse heersers”, de Seduqim. Ook al hadden die duidelijk ook een aandeel in de schuld aan deze moord. De hoofdschuldigen waren echter de Romeinse bezetters. Het was hun bezetting die het verzet en de opstand had uitgelokt. Het was hun politieke overheersing die ervoor had gezorgd dat de Seduqim niet veel andere keuze hadden dan deze rebel te veroordelen. Tot slot waren het ook hun militairen en hun beulen geweest die dat vonnis hadden voltrokken.

Als die lezing klopt, dan weerlegt de Koran niet alleen de antisemitische leugen dat “de Joden” de moordenaars van de Messias waren. Hij weerlegt ook nog eens de stoeferige claim van de Seduqim dat zij ervoor gezorgd hadden dat die rebel uit de weg werd geruimd. Eigenlijk waren zij niet meer dan nuttige idioten die het vuile werk opknapten voor de echter heersers over het land, de Romeinse bezetters. Gelijk hoezeer de Seduqim zich op de borst klopten en trots verkondigden dat zij deze misdaad, die in hun ogen geen misdaad maar een heldendaad was, hadden uitgevoerd, eigenlijk waren ze niet meer dan marionetten. Als die lezing klopt, dan zijn die ayaat dus niet anders dan de zoveelste passage in de Koran waar de komedie aan de oppervlakte van de macht wordt doorprikt en waar de echte machtsverhoudingen in kaart worden gebracht.

Maar het leek zo voor hen.

Wil dit dan zeggen dat Jezus wel gekruisigd werd of juist niet? Zegt de Koran nu dat de kruisdood van de Messias een verzinsel is, een illusie waarmee God zijn vervolgers om de tuin heeft geleid? We lezen verder in dezelfde ayah “wa lakin shubiha lahum”, wat betekent “maar het leek (slechts) zo voor hen”.

Eerst en vooral moeten we hier even opmerken dat veel mensen deze woorden ongeveer interpreteren als “maar hij werd vervangen door iemand die op hem leek”. Dit is nogal vergezocht. De tekst zelf spreekt helemaal niet over iemand die op hem leek. Het woord “shubiha” betekent iets wat lijkt op iets, een illusie, een metafoor of een symbool. Het werd in het klassiek Arabisch zelden gebruikt om een persoon aan te duiden die leek op een andere persoon. Deze interpretatie wordt dan ook niet door de tekst zelf ondersteund.

Er bestonden wel al lang voor de Koran werd geopenbaard verhalen over het vermoeden dat Jezus vlak voor zijn dood werd vervangen door een ander. In verschillende Gnostische teksten uit de tweede en derde eeuw van de Christelijke jaartelling, wordt verteld dat de plaats van Jezus werd ingenomen door de apostel Thomas of door Simon van Cyrene. Thomas was, volgens die tradities, een tweelingsbroer van Jezus die als twee druppels water op hem geleek. Simon van Cyrene was de man die tijdens de vernederende lijdensweg van Jezus door Jeruzalem, even het kruis van hem overnam. Dit verhaal uit de Gnostische traditie was via de Mandaeese Christenen ook bekend in het Arabië van de eerste Moslims. Het is dus zeker niet onmogelijk dat Mohammed (vrede zij met hem) het ook ooit zou hebben gehoord. Er bestaat echter geen sterk bewijs om te stellen dat de Profeet dit verhaal ook geloofde. De meeste ahadith over het onderwerp suggereren juist dat hij geloofde dat Jezus wel was gedood. Ook verschillende andere ayaat in de Koran bevestigen dit.

We lezen bijvoorbeeld in Soerah Al Maidah:

ما المسيح ابن مريم

Niet anders was de Messias, zoon van Maria,

إلا رسول

dan een boodschapper.

قد خلت من قبله الرسل

Boodschappers waren voor hem reeds voorbijgegaan.

وأمه صديقة

En zijn Moeder was een rechtvaardige.

كانا يأكلان الطعام

Zij aten allebei voedsel.

(5:75)

De Koran zegt dat zowel Jezus als zijn moeder allebei gewoon voedsel moesten eten, net als iedere andere mens. Hij was een boodschapper van God, zoals er al veel booschappers waren voorbijgekomen voor zijn tijd. Het lijkt er sterk op dat de Koran hier op zijn minst suggereert dat ook Jezus voorbijgekomen was, dat ook hij geboren was, geleefd had en dan gestorven was. Of toch op zijn minst zijn lichaam.

Verder in hetzelfde Soerah Al Maidah lezen we ook dat Jezus op de Dag van de Opstand zal zeggen:

ما قلت لهم إلا ما أمرتني به

Niets zei ik hen behalve wat U mij opdroeg.

أن اعبدوا الله ربي وربكم

Dien God, mijn Heer en jullie Heer

وكنت عليهم شهيدا

En ik was voor hen een getuige

ما دمت فيهم

Zo lang ik bij hen was.

فلما توفيتني

En toen U mij liet sterven,

كنت أنت الرقيب عليهم

Toen kon U hen zien.

وأنت على كل شيء شهيد

En U bent getuige van alles.

(5:117)

Het woord “توفيتني” (“tawafaitani”) wordt in veel vertalingen weergegeven met “wegnemen”, “tot U nemen”, “tot U opnemen”. Dat is echter niet de meest passende betekenis hier. Bijna overal waar het woord in de Koran voorkomt, betekent het gewoon “laten sterven”. In die betekenis wordt het bijvoorbeeld gebruikt in Soerah Al Baqarah 2:240 waar het gaat over erfenissen en in Soerah Yunus 10:46 waar het gaat over de toekomstige dood van de profeet Mohammed. Het wordt ook in die betekenis gebruikt in Soerah Yusuf 12:101 in een gebed van de profeet Jozef (vrede zij met hem) die God vraagt om hem als Moslim te laten sterven. Het woord komt in totaal 24 keer voor in de Koran, telkens betekent het dat iemand sterft. Hoe vreemd zou het niet zijn dat het die ene keer, in Soerah Al Maida 5:117 ineens een andere betekenis zou krijgen.

We hebben dus redenen om te twijfelen aan de veronderstelling dat Mohammed en de eerste Moslims, in de tijd dat de Koran werd geopenbaard, zouden gedacht hebben dat Jezus niet gestorven was en dat iemand anders zijn plaats zou ingenomen hebben. Misschien waren een aantal Moslims op de hoogte van het feit dat dit verhaal de ronde deed, maar waarschijnlijk geloofden ze het verhaal zelf niet. De Moslims uit de eerste generatie waren heel nuchtere mensen en namen dit soort sterke verhalen meestal niet erg serieus.

Zij die hierover van mening verschillen

Hoe komt het dan dat latere generaties Moslims dit verhaal wel zijn gaan geloven? Hoe komt het dat de meeste Moslims vandaag de dag zelfs zeker zijn dat het in de Koran uitvoerig wordt bevestigd?

We moeten beseffen dat er soms een wereld van verschil bestaat tussen de ideeën en praktijken van de vroege Moslimbeweging uit de tijd van de profeet Mohammed, en die van de Moslims een paar eeuwen later. Mohammed en zijn kameraden leefden in een wereld die heel erg bepaald werd door materiële omstandigheden, door beslommeringen van praktische aard. De Islam was dan ook een religie die heel erg gericht was op de praktijk. Er was weinig aandacht voor filosofische of theologische beslommeringen. Het hele complexe discours over de drie-éénheid dat door gesofisticeerde Christelijke theologen was ontwikkeld, wordt in de Koran met een paar woorden van tafel geveegd.

We lezen bijvoorbeeld in Soerah An Nisaa:

يا أهل الكتاب

O, mensen van het boek.

لا تغلوا في دينكم

Overdrijf niet in jullie levenswijze.

ولا تقولوا على الله إلا الحق

En zeg niets over God behalve de waarheid.

إنما المسيح عيسى ابن مريم

De Messias, Jezus, zoon van Maria, was slechts

رسول الله

Een boodschapper van God

وكلمته ألقاها إلى مريم

En een woord van Hem, gericht aan Maria

وروح منه

En een adem/geest van Hem.

فآمنوا بالله ورسله

Dus vertrouw op God en op Zijn boodschappers

ولا تقولوا ثلاثة

En zeg niet “drie”.

انتهوا خيرا لكم

Laat dat. Dat is beter voor jullie

إنما الله إله واحد

God Alleen is één god.

سبحانه

Verheven is Hij.

أن يكون له ولد

Wat zou Hij een zoon hebben!

له ما في السماوات وما في الأرض

Van Hem is al wat in de hemel en op de aarde is.

وكفى بالله وكيلا

En God is Voldoende als Bestuurder.

(4:171)

Er worden duidelijk niet veel woorden verspild aan heel het complexe discours van die Christelijke theologen. Jezus is slechts een boodschapper van God, Zijn Woord en Zijn Geest. God alleen is één God. Hij heeft geen zoon. Het idee alleen al! De materialistische Moslims uit de Arabische woestijnsteden hebben al dat soort fancy ideeën niet nodig. Zij vertrouwen op God en die God alleen is meer dan voldoende om deze wereld te besturen.

Hoe anders is de situatie voor de Moslims in de grote cultuursteden van een paar eeuwen later. Zij staan voortdurend in contact met intellectuelen uit allerlei andere religieuze en culturele achtergronden. Hun religie botst daar voortdurend met de veel gesofisticeerdere religies van de Christelijke, Joodse, Zoroastrische… intellectuele elites. Als ze niet door die grote denkers uit andere religies belachelijk gemaakt willen worden, moeten ze zelf wel het spel van de filosofie en de theologie meespelen.

Wanneer één van die intellectuelen dus opmerkte dat die paar ayaat uit Soerah An Nisaa nogal vreemd klonken en vroegen wat die nu eigenlijk betekenden, dan wilden de Moslimgeleerden uit die tijd daar een fancy antwoord op kunnen geven. Ze wilden op die manier bewijzen dat hun religie, die toch was uitgegroeid tot de grootste religie van de regio, minstens even gesofisticeerd was als al die andere. Zij dachten dat ze de Islam een dienst bewezen door hem in tal van intellectuele spelletjes te betrekken. Ze wilden dus een antwoord waar alle geleerden uit alle andere tradities van verbaasd zouden staan.

In die tijd begonnen de eerste Moslimgeleerden het verhaal van de persoonsverwisseling van Jezus aan te hangen. Zij hadden, net zoals verschillende Moslims uit eerdere generaties, gehoord over dat verhaal en zij dachten dat dat wel eens de zogenaamd mysterieuze formulering van de ayaat 4:157-158 zou kunnen verklaren.

Ibn Ishaak, de eerste biograaf van Mohammed die in het kosmopolitische Baghdad schreef en dacht in opdracht van de khaliefen van de Banu Abbas, was één van de eerste Moslimgeleerden die dat verhaal opschreef. Zijn broodheren de Abbasiden hadden nog maar net de macht overgenomen van hun voorgangers de Banu Ommaya. Ze wilden zich op alle mogelijke manieren van die voorgangers onderscheiden, bijvoorbeeld door het bevorderen van alle mogelijke vormen van kunst en cultuur, filosofie en wetenschap. De nieuw opgerichte stad Baghdad moest dan ook het nieuwe wereldcentrum worden van al wat hip, intellectueel en artistiek was. Ibn Ishaak paste perfect in dat plaatje. Hij verwerkte de duizenden mondeling circulerende verhalen over de profeet Mohammed tot één samenhangend verhaal, de nieuwe officiële biografie. Daarnaast schreef hij verschillende biografische teksten over andere belangrijke personen uit de geschiedenis. In zijn biografie van de profeet Jezus schreef hij dat deze, net voor hij aan het kruis gedood zou worden, werd vervangen door een man die Sergius heette. Hij schreef trouwens ook dat het graf van Jezus zich ergens in Medina bevond. Hij verspreidde ook de interpretatie van de Koran die stelt dat Jezus levend door God in de hemel werd opgenomen.

Al Tabari, een andere Moslimgeleerde die een paar eeuwen later in hetzelfde Baghdad leefde, nam deze versie van Ibn Ishaak over. Ook hij was één van de nieuwe gesofisticeerde denkers van de nieuwe gesofisticeerde Islam. Hij had een eigen wetschool gesticht die zich afzette tegen de meer traditionalistische school van Ibn Hanbal, die niet zo lang geleden had geleefd. De hanbalieten waren volgens hem stompzinnig en hun stichter was niet eens de naam “jurist” waardig. Die had volgens Al Tabari nooit anders gedaan dan wat ahadith verzameld en daar wat conclusies proberen uit te trekken. Toen Al Tabari zijn nieuwe en hippe biografie van Jezus schreef, nam ook hij het verhaal van de persoonsverwisseling daar in op. Hij beweerde net als Ibn Ishaak dat een persoon genaamd Sergius in de plaats van Jezus aan het kruis gestorven was. Aangezien hij echter besefte dat dit verhaal niet strookte met wat elders in de Koran stond en dat het ook heel hard botste met hetgeen de Christelijke geleerden als waarheid aannamen, wist hij er ook bij te vertellen dat God ervoor gezorgd had dat Jezus gedurende een aantal uur echt dood was geweest (drie uur, of misschien wel zeven uur), maar dat hij daarna door God ten hemel was opgenomen.

Ook Ibn Al Athir, de beroemde Moslimhistoricus die werkte aan het hof van Salah ud Din (Saladin), schreef een biografie van Jezus en ook hij had een heel politiek doel met die biografie. In die tijd werd het Islamitische imperium namelijk aangevallen door Christelijke barbaren uit het verre Europa. Die aanvallen, de zogenaamde “kruistochten”, veroorzaakten niet alleen honderdduizenden doden en een ongezien ontwrichting van de hele Islamitische maatschappij, ze brachten ook een intellectuele crisis met zich mee. Deze blonde Christelijke barbaren uit het Westen hadden namelijk een veel agressievere manier om hun ideeën aan de man te brengen dan de veel vreedzamer Christenen die al eeuwen samenleefden met de Moslims onder het khalifaat. Er moest dus dringend een duidelijk antwoord komen op alle ideeën die deze Europese Christenen met geweld probeerden te verspreiden. Ibn Al Athir nam in zijn biografie van Jezus eveneens het verhaal van de persoonsverwisseling over. Hij vertelde echter dat de man die in de plaats van Jezus was gestorven, eigenlijk Judas was. De apostel die hem had verraden. Dat was pas een vorm van Goddelijke gerechtigheid. De heersers dachten dat ze Judas konden gebruiken om Jezus te vangen en te doden, maar achter de schermen had God alles zo geregeld dat het eigenlijk Judas zou zijn die aan het kruis eindigde. Om helemaal op zeker te spelen, vertelde diezelfde Ibn Al Athir in diezelfde biografie dat het echter ook mogelijk was dat niet Judas, maar een man genaamd Natlianus.

Er zijn echter ook heel wat Moslimgeleerden die helemaal geen moeite hadden om aan te nemen dat Jezus inderdaad aan het kruis was gestorven. Niet iedereen geloofde zomaar het verhaaltje van de persoonsverwisseling. In de beginperiode was het slechts een minderheid van de geleerden die dat verhaal wilden ondersteunen.

Pas eeuwen later, toen de meeste geleerden in de Islam niets anders meer deden dan het hersenloos copiëren van wat hun voorgangers hen hadden toevertrouwd, werd deze versie van de feiten stilaan dominant in de Islamitische wereld. Tegen die tijd waren de meeste Moslimdenkers al lang niet meer bezig met pogingen om even gesofisticeerd over te komen als hun collega’s uit andere religies. Ze waren alleen nog bezig met het bewaren van hun zogenaamd zuivere leer, tegen alle zogenaamd schadelijke invloeden van buitenaf. Doordat ze doodsbang waren van iedere vorm van zelfkritisch onderzoek, hadden ze niet eens door dat hun zogenaamd zuivere leer bol stond van de invloeden uit Christelijke, Joodse, Zoroastrische, Griekse, Romeinse, Brahmaanse… invloeden die ze indertijd, toen het nog belangrijk was om gesofisticeerd te zijn, hadden opgedaan.

Al deze geleerden volgden alleen hun eigen vage vermoedens, gebaseerd op Gnostische ideeën die op een bepaald moment door onzekere geleerden als een goed antwoord op de moeilijk te begrijpen ayaat uit Soerah An Nisaa werden gezien. Ze hadden geen bewijzen en beschikten niet over de nodige kennis, maar ze kozen er toch voor om die vage vermoedens te publiceren. Zijn zij niet net als die mensen over wie de Koran zelf schrijft: “En voorwaar, zij die erover van mening verschillen twijfelen er zeker over. Er is bij hen geen kennis daarover behalve de vermoedens die ze volgen.”

Hij werd door God tot bij Hem verhoogd.

Ook deze woorden worden vaak geïnterpreteerd alsof God Jezus niet zou hebben laten sterven, maar hem levend en wel naar de hemel heeft laten opstijgen. Wat moeten we daar dan van denken? Hoe moeten we die woorden interpreteren?

Laat ons beginnen met de letterlijke tekst. Er staat “بل رفعه الله إليه” (“bal rafa’ahu llahu ilaihi”). Vooral het woord “rafa’ahu” is hier van belang. Het komt van de wortel رفع (ra-fa-ayn) die over het algemeen betekenissen suggereert die te maken hebben met het verhogen van dingen. Letterlijk staat er dus “Nee! Hij werd door God tot bij Hem verhoogd.” Dit zou er op kunnen wijzen dat de Koran suggereert dat Jezus letterlijk, met lichaam en al, tot in de Hemel werd opgetild. Dat is zeker een aanvaardbare interpretatie van deze ayah.

De wortel ra-fa-ayn wordt echter ook gebruikt in andere betekenissen. De zin “رفعوا الاولاد” (“rafa’awa alawlad”) betekent bijvoorbeeld “kinderen opvoeden”. Ook het opbouwen van een gebouw kan met woorden van dezelfde wortel worden beschreven. Nog een andere betekenis is bijvoorbeeld “in het oog houden”, dat kan vertaald worden als “يرفع بي راسا” (“jarafa’a bi rasa”), wat letterlijk betekent “hij verhoogde zijn hoofd”.

Het woord wordt ook op een meer figuurlijke manier gebruikt om te beschrijven hoe iemand vereerd wordt. We lezen bijvoorbeeld in Soerah Al Zukhruf:

ورفعنا بعضهم فوق بعض درجات

En wij verhoogden een aantal van hen in graad.

(43:32)

Deze mensen die in graad verhoogd werden, zijn natuurlijk niet letterlijk opgetild. Ze worden figuurlijk verhoogd, ze komen meer in aanzien. Misschien moeten we de woorden uit Soerah An Nisaa 4:158 ook wel op die manier interpreteren. Misschien is het net doordat Jezus aan het kruis als martelaar werd vermoord, dat hij verhoogd werd. Dat zou vrij goed passen bij wat we elders in de Koran over martelaren lezen. Hoewel het lichaam van Jezus werd vermoord, is zijn rebelse geest steeds verder blijven leven. Hij werd door God verhoogd, hij kreeg een hogere rang van eer juist doordat hij martelaar is geworden.

Jezus, de Messias, wordt niet in rang verhoogd zoals de keizers en andere heersers. Hij moet geen andere mensen aan zich onderwerpen, geen anderen uitbuiten of onderdrukken. In tegendeel, hij wordt verhoogd door zich tot in het uiterste te onderwerpen aan de wil van God. Hij blijft getuigen van Gods Heilige Droom van bevrijding, ook al kost hem dat zijn leven. Dat is de manier waarop de Messias verhoogd wordt. Dat is de Messiaanse weg.

Wie er op let, merkt dat er in de verschillende evangelies vaak gespeeld wordt met het woord verhogen (“ὑψόω”). Bij Mattheus lezen we bijvoorbeeld dat Jezus heeft gezegd :

ὑμεῖς δὲ μὴ κληθῆτε Ῥαββί

εἷς γάρ ἐστιν ὑμῶν ὁ διδάσκαλος

πάντες δὲ ὑμεῖς ἀδελφοί ἐστε

Maar jullie moeten je geen “rabbi” laten noemen.

Jullie hebben maar één Meester

en jullie zijn allen broeders

καὶ πατέρα μὴ καλέσητε ὑμῶν ἐπὶ τῆς γῆς

εἷς γάρ ἐστιν ὑμῶν ὁ πατὴρ ὁ οὐράνιος

En noemt niemand van jullie in deze wereld “vader”. Jullie hebben maar één Vader, de hemelse.

μηδὲ κληθῆτε καθηγηταί

ὅτι καθηγητὴς ὑμῶν ἐστιν εἷς ὁ Χριστός

En laat jullie ook geen leraar noemen.
Jullie hebben maar één leraar, de Messias.

ὁ δὲ μείζων ὑμῶν ἔσται ὑμῶν διάκονος.

Wie de grootste onder u is, moet uw dienaar zijn.

ὅστις δὲ ὑψώσει ἑαυτὸν ταπεινωθήσεται

καὶ ὅστις ταπεινώσει ἑαυτὸν ὑψωθήσεται

Wie zichzelf verhoogt, zal vernederd worden

En wie zichzellf vernedert, zal verhoogd worden

(Mattheus 23:8-12)

Ook bij Lucas lezen we hoe Jezus iets van die strekking zegt. Hij geeft echter een andere context bij dezelfde uitspraak:

ταν κληθῇς ὑπό τινος εἰς γάμους

μὴ κατακλιθῇς εἰς τὴν πρωτοκλισίαν

μήποτε ἐντιμότερός σου

ᾖ κεκλημένος ὑπ’ αὐτοῦ,

Wanneer jullie op een bruiloft worden genodigd,

ga dan niet aanliggen op de voornaamste plaats.

Het zou kunnen zijn, dat er door hem

iemand is uitgenodigd die voornamer is dan jij,

καὶ ἐλθὼν ὁ σὲ καὶ αὐτὸν

καλέσας ἐρεῖ σοι Δὸς τούτῳ τόπον

καὶ τότε ἄρξῃ μετὰ αἰσχύνης

τὸν ἔσχατον τόπον κατέχειν.

en dat degene die jou en hem genodigd heeft

je komt zeggen: Sta jouw plaats aan hem af.

Dan zou je vol schaamte

de minste plaats moeten innemen.

ἀλλ’ ὅταν κληθῇς πορευθεὶς

ἀνάπεσε εἰς τὸν ἔσχατον τόπον

ἵνα ὅταν ἔλθῃ ὁ κεκληκώς

σε ἐρεῖ σοι Φίλε προσανάβηθι ἀνώτερον

τότε ἔσται σοι δόξα ἐνώπιον

πάντων τῶν συνανακειμένων σοι

Maar wanneer jullie ergens genodigd worden,
ga dan op de minste plaats aanliggen.

Als degene die u heeft uitgenodigd dan komt,

zal hij u zeggen: Vriend, ga wat hoger op.

Zo zal u een eer te beurt vallen

in het oog van allen die met u aanliggen.

ὅτι πᾶς ὁ ὑψῶν ἑαυτὸν ταπεινωθήσεται

καὶ ὁ ταπεινῶν ἑαυτὸν ὑψωθήσεται.

Wie zichzelf verhoogt, zal vernederd worden

En wie zichzellf vernedert, zal verhoogd worden

(Lucas 14:8-11)

Voor wie zich afvraagt hoe deze woorden moeten geïnterpreteerd worden, vertelt Lucas ook hoe het woord ὑψόω door Maria gebruikt wordt in haar lofzang op de God van Abraham, wanneer ze verneemt dat ze zwanger is en dat haar zoon de Messias zal zijn:

καθεῖλεν δυνάστας ἀπὸ θρόνων

καὶ ὕψωσεν ταπεινούς

Heersers jaagt Hij weg van hun troon,

maar de onderdrukten zal hij verhogen.

(Lucas 1:52)

De Evangelieschrijver Johannes, altijd al de meest poëtische en de meest symbolische van de vier evangelisten, speelde het meest met deze term. Hij liet de Messias voortdurend spelen met de dubbele betekenis van het woord verhogen.

We lezen bijvoorbeeld:

εἶπεν οὖν ὁ Ἰησοῦς

Οταν ὑψώσητε τὸν υἱὸν τοῦ ἀνθρώπου

τότε γνώσεσθε ὅτι ἐγώ εἰμι

καὶ ἀπ’ ἐμαυτοῦ ποιῶ οὐδέν

ἀλλὰ καθὼς ἐδίδαξέν με ὁ πατὴρ ταῦτα λαλῶ.

Toen zei Jezus:

Als jullie de Mensenzoon verhoogd zullen hebben, dan zullen jullie inzien dat Ik ben

en dat Ik uit Mijzelf niets doe,

maar dit alles zeg zoals de Vader het Mij leerde.

(Johannes 8:28)

Jezus zegt hier dat het er uiteindelijk om draait dat de Mensenzoon, de Messias, verhoogd zal worden. Hij zegt erbij dat dit door de mensen zal gebeuren. De lezer, die verondersteld is bekend te zijn met de verhalen over de komst van de Messias, is nu geneigd te denken dat dit gaat over de lofprijzingen van de mensen die door de Messias bevrijd zullen worden. De Messias moet toch de hoogte in worden geprezen? Dat is echter niet wat Johannes bedoelt wanneer hij deze woorden in de mond van Jezus legt. Hij heeft een heel ander beeld over wie of wat de Messias is. We kunnen dat al iets duidelijker lezen in een ander fragment waar Jezus ook over het verhogen van de Messias spreekt:

καὶ καθὼς Μωϋσῆς ὕψωσεν τὸν ὄφιν ἐν τῇ ἐρήμῳ

οὕτως ὑψωθῆναι δεῖ τὸν υἱὸν τοῦ ἀνθρώπου

En zoals Mozes de slang verhoogde in de woestijn

zo moet ook de Mensenzoon verhoogd worden.

(Johannes 3:14)

Dit laatste fragment is een ondubbelzinnige verwijzing naar de kruisdood van de Messias. In het boek Bamidbar (Numeri) uit de Thora lezen we hoe Mozes van God de opdracht krijgt om een afbeelding van een slang te maken en deze vast te spijkeren aan een stok. Al wie door de slang gebeten is en naar deze gekruisigde afbeelding van een slang kijkt, zal genezen worden van het gif.

וַיֹּאמֶר יְהוָה אֶלמֹשֶׁה

En JHVH zei tot Mozes

עֲשֵׂה לְךָ שָׂרָף, וְשִׂים אֹתוֹ עַלנֵס

Maak zelf een slang en hang die aan een paal.

וְהָיָה כָּלהַנָּשׁוּךְ

En het zal zo zijn dat iedereen die gebeten werd

וְרָאָה אֹתוֹ, וָחָי

En die dit ziet, zal leven.

(Bamidbar 21:8)

Door juist naar dit fragment te verwijzen wanneer hij Jezus over het verhogen van de Messias laat spreken, toont de evangelist wat hij precies denkt over de Messias. Hij gelooft niet in de spectaculaire deus ex machina die met donder en bliksen, met toeters en bellen, met glamour en glitter uit de hemel afdaalt om met macht en geweld de beloofde bevrijding te brengen. De Messias heeft niets met die macht en dat geweld te doen. De bevrijding die hij brengt is van een heel ander type. Johannes toont ons de Messias als iemand die zonder macht of geweld in verzet komt tegen de machthebbers en de gewelddadige militairen. Hij toont ons een bevrijder die zijn missie niet eindigt met een grote zegetocht, een glorierijke revolutie, waarna hij zelf aan de macht komt. Zijn Messias wordt niet verhoogd op de manier van de Romeinse Keizers, hij komt niet op een sokkel te staan. Hij wordt verhoogd aan een kruis, als een misdadiger opgehangen om door iedereen uitgelachen te worden.

Deze Johannes die dit evangelie schreef, begreep het mysterie van het martelaarschap. Hij snapte dat de God van Abraham en Jakob, de God die Mozes en zijn volk van slaven bevrijd heeft uit Egypte, de God die het lijden van de mensen ziet en die hun jammerkreten hoort, een God is die niets moet weten van macht, van geweld, van glamour en glitter. Hij begreep dat deze God wel steeds opnieuw, samen met alle onderdrukte en uitgebuite mensen op deze planeet, samen met alle rebellen en opstandelingen, droomt van een totaal andere wereldorde, van een Heilige Nieuwe Wereld van Solidariteit en Gerechtigheid. Deze God wil keer op keer nieuwe rebellen inspireren om op te staan, zich tegen de machten van deze wereldorde te verzetten en de heersers van hun tronen te stoten. Maar deze God begrijpt ook dat al die rebellen daardoor steeds opnieuw het mikpunt zullen worden van hetgeweld van die heersers. Zij zullen vervolgd en opgejaatd worden, ze zullen gevangen en gefolterd worden en uiteindelijk zullen de beulen van de heersers hun lichamen vermoorden. Juist daarom belooft deze God van de opstand dat die vermoorde rebellen verhoogd zullen worden.

Johannes begrijpt dit heel goed en speelt daarom voortdurend met de dubbele betekenis van het woord “verhoogd”. De Messias is omhoog gehangen aan een kruis. Net als de slang van Mozes werd hij opgehangen aan een schandpaal. Maar net als diezelfde slang, is juist dit een belangrijke stap in het genezingsproces. Iedereen die ziet hoe de Messias verhoogd is aan het kruis, begrijpt de kern van hoe deze wereldorde in mekaar zit. Met de moord op Jezus, heeft de Romeinse imperialistische staat één moord te veel gepleegd. Zij wilden de Messias vernederen, maar juist daardoor hebben ze hem verhoogd. Met zijn dode lichaam hebben ze zichzelf en hun wereldorde van macht en geweld aan de schandpaal genageld.

Het is dus waar dat Jezus de Messias werd vermoord door de Romeinse bezetter en hun handlangers, de collaborerende Seduqim. De Koran beweert helemaal niet dat dit niet zo is. Het is echter ook waar dat die heersers en hun beulen de Messias helemaal niet hebben kunnen doden. Hij is niet dood. Hij leeft. Iedere keer dat ergens ter wereld een mens opstaat tegen het onrecht van de machthebbers, dan staat de Messias samen met haar op. Iedere keer dat een onderdrukte en uitgebuite mens koppig een lied zingt over vrijheid, dan zingt zij met de stem van de Messias. God heeft waarlijk de Messias verhoogd. Hij is waarlijk, keer op keer, opnieuw en opnieuw opgestaan. Hallelujah!